Monday, December 27, 2010

Uitbuiken

Nu kerstmis er weer op zit (2 dagen overdadig eten, drinken en een overmaat aan menselijk contact) is het weer tijd om in ieder geval mentaal uit te buiken van dat alles. Mijn hele systeem wil weer de rust om te schrijven, lezen, rond te darren op het world wide web en tussen de boeken te zitten. Op naar de boekhandel.

Al kijkend en lezend kwam ik deze mensen in virtuele en gedrukte vorm tegen. Leuk, spannend, inspirerend, zodat de geest weer echt in beweging komt.

Maira Kalman combineert bedriegelijk eenvoudige tekeningen en teksten in een ontroerend en lief blog voor de New York Times. Haar manier van schilderen en tekenen doet enigszins doet denken aan die van kunstenaars als Florine Stettheimer en Charlotte Salomon.
Kalman blogt ondermeer over de geschiedenis van de Verenigde Staten, historische figuren als Thomas Jefferson, immigratie, maar ook over de mensen die zorgen dat New York mooi en schoon blijft. Ze is wars van ironie of cynisme, maar heeft een subtiel soort humor. Op internet onder andere te vinden bij kalman.blogs.nytimes.com.

Hugh MacLeod schrijft en tekent over creativiteit, zakendoen en ethiek. Hij viel op omdat hij op de achterkant van visitekaartjes cartoons tekende. Cartoons maken doet hij nog steeds, maar hij heeft zich weten te verzekeren van een grote aanhang door dagelijks een cartoon te posten op zijn site www.gapingvoid.com en door een boek te publiceren met de titel ‘Ignore everybody and 39 other keys to creativity’, daarnaast is hij de CEO voor de Verenigde Staten voor Stormhoek, een Zuidafrikaans wijnhuis. Alles bij elkaar heel leuk en bemoedigend.

Seth Godin is een grootheid op het gebied van marketing en een vriend van Hugh MacLeod (ja, wat had je gedacht; soort zoekt soort), hij heeft een interessante blog (zie: sethgodin.com), een stuk of wat boeken gepubliceerd en originele, relativerende, maar ook heel erg down to earth ideeën over zakendoen, creatief zijn en kunst.

Keri Smith is een illustrator en auteur die naar eigen zeggen (schrijven om precies te zijn) ‘turned guerrilla artist’. In visueel opzicht is ze qua stijl te beschouwen als het jongere, maar veel maffe zusje van Maira Kalman. Van haar hand zijn een paar boeken verschenen met opruiende (en dus leuke) titels als: ‘Wreck this journal’, ‘Mess, a manual of accidents and mistakes’ en ‘The Guerilla Art Kit’.
Nog veel meer valt er te vinden op haar grappige en inspirerende site: kerismith.com.

Uiteindelijk kocht ik van geen van hen iets, maar ging ik over tot de aanschaf van het boek ‘Dispatches from Blogistan, a travel guide for the modern blogger’, geschreven door Suzanne Stefanac. Thuis gekomen ontdekte ik dat het uit 2007 was. Dat is vanuit bloggers perspectief eeuwen terug! Ik weet dat ik laat ben, maar het hoeft me niet ZO onder de neus te worden gewreven. Dat gebeurde ook al toen ik ‘Sex, blogs & rock ’n roll’ las van Ernst-Jan Pfauth. Die startte een blog in 2006. En dan kom ik nog eens kijken. Waarom heb ik niks over Twitter meegenomen? Daar maak ik tenminste nog iets van een kansje.

Thursday, December 23, 2010

Onvolmaakt

Ben te moe, lui, passief of wat dan ook om zelf een mooie gedachte te formuleren voor Kerstmis; onder het motto 'beter goed gejat dan slecht zelf' deze van de held van mijn jeugd:

'There's a crack in everything. that's how the light gets in.'

Leonard Cohen, 'Anthem'.

Wednesday, December 15, 2010

Het perfecte wegkijken

Nederland is in de ban van seksueel misbruik. Toegegeven: de feiten zoals ze naar buiten komen zijn schokkend. Het zou gaan om een jonge man die als medewerker van diverse crèches zich zou hebben vergrepen aan jonge kinderen en beelden van het misbruik zou hebben verspreid via internet.

Direct bogen allerlei deskundigen zich over de mogelijke gevolgen voor de betrokken kinderen, de wijze waarop je zulke jonge kinderen wel of juist niet kunt verhoren, hoe dit had kunnen gebeuren en de manier waarop de media wel of juist niet met dergelijk nieuws moeten omgaan.

Wat ook zo goed als direct begon waren de speculaties over mannen in de kinderopvang. Kon dat überhaupt nog? Want immers de dader was een man, en zoals bekend zijn de daders bijna altijd mannen.

Wat me mateloos ergert is in al dat gepraat is de manier waarop mannen worden weggezet. Ik vind het een vorm van grof seksisme dat mannen als soort verdacht gemaakt worden en waarbij de suggestie wordt gewekt dat vrouwen per definitie onschuldig zijn.

Als je in de kinderopvang wil werken hoor je goed opgeleid te zijn, en dien je afdoende te worden gescreend. Een werkgever in de opvang hoort te zorgen voor voldoende bezetting, een duidelijk beleid en controle. Kortom allemaal heel voor de hand liggende zaken, die los staan van de sekse van de betrokken medewerkers.

Ik geloof er namelijk niets van dat vrouwen zuiverder op de graad zijn dan mannen. Toegegeven, mannen bezondigen zich vaker aan bepaalde typen criminaliteit, maar vrouwen laten zich niet onbetuigd. Over seksueel misbruik gesproken: zonder de directe of indirecte betrokkenheid van veel vrouwen zou er onmogelijk zoveel incest kunnen voorkomen, als er voorkomt.
Mannen zijn misschien overwegend de plegers, vrouwen de perfecte wegkijkers.

Wednesday, December 8, 2010

28 jaar later

Dood en verderf en gekwetst rechtvaardigheidsgevoel horen bij 8 december. En wel hierom: precies dertig jaar geleden werd John Lennon (Beatle en held van mijn jeugd) vermoord en 28 jaar geleden werden in Suriname 15 tegenstanders van het toenmalige regime vermoord. Deze moorden hebben mij diep geraakt.

De moordenaar van John Lennon, Mark Chapman, zit al jaren achter slot en grendel. De gebeurtenissen in Suriname zijn nog steeds in nevelen gehuld, hoewel het een publiek geheim is dat Desi Bouterse, de huidige democratisch gekozen president, hier onder andere achter zat. Desi Bouterse en zijn handlangers zijn hiervoor nooit berecht.

Het maakt mij boos, dat hij nooit, maar dan ook nooit werkelijk verantwoording heeft afgelegd. Ik kan me niet aan de  indruk onttrekken dat ook Nederland iets te maken heeft met de moorden, al was het maar dat Bouterse hier is opgeleid, al was het maar dat in 1975 er een enorme haast was om Suriname maar snel, snel met een grote zak geld te dekoloniseren, los van wat de Surinamers echt zelf wilden.

Op de radio praat Prem Radakishun, die in de jaren tachtig Suriname ontvluchtte, met diverse Surinaamse journalisten en politici. Nog steeds lopen de emoties hoog op. Ook al hoor je soms jonge Surinamers zeggen dat Bouta een prima vent is en dat het allemaal al zo lang geleden is. De moorden van 8 december 1982 zijn nog steeds een open wond en een groot trauma voor de Surinaamse maatschappij.
Stel je voor dat er niet één Pim Fortuyn en één Theo van Gogh vermoord worden, maar wel (we rekenen even om naar Nederlandse verhoudingen qua getal) 100 opiniemakers, advocaten, kunstenaars, vakbondsleiders, journalisten en politici op een dag van hun bed gelicht worden om onder dubieuze omstandigheden de dood te vinden...

Misschien is er dan iets na te voelen van de angst en ontzetting op 9 december 1982 in Suriname.

Friday, December 3, 2010

Gebit

Tanden, kiezen, mijn vriendin E. kon zwijmelend praten over gebitten, vooral als ze van mannen waren. ‘Oh, maar hij heeft zo’n prachtig gebit!’ Ik begreep nooit waar die bewondering vandaan kwam. Inmiddels kan ik dat beter invoelen. Wat een zegen, een goed en mooi gebit.

Mijn gebit was niet specifiek goed of slecht. Een keer, op mijn 18e bleek ik –na jaren tandartsloos door het leven te zijn gegaan- 13 gaatjes te hebben. Ja, ik had kiespijn en dan ga je wel.
Jaren later deed zoiets zich weer voor, gelukkig waren het toen minder gaatjes. Relatief zorgeloze jaren (qua gebit) volgden. Een enkel keertje een gaatje, een kroon, maar voor de rest eigenlijk geen centje pijn. Het kostte ook allemaal eigenlijk niks. Nee, ik was uitermate tevreden over mijn tandarts, en sloeg de adviezen van de mondhygiëniste in de lucht (flossen, flossen, flossen).

Ruim een half jaar geleden ontdekte ik dat er een voortand loszat. En zo kwam ik via de tandarts terecht bij de paradontoloog. Er blijkt iets mis te zijn met mijn tandvlees, parodontitis heet het. Een deel van de tanden en kiezen wordt omgeven door ontstoken tandvlees en zit steeds losser. Concreet betekent dat dat sommige kiezen en tanden getrokken moeten worden (en dat inmiddels ook zijn) en dat ik heel goed voor mijn gebit moet zorgen (met tandenragertjes alles schoonmaken, zorgvuldig poetsen).

Pijnlijk is het wel: het krijgen van verdovingsspuiten, het niet kunnen eten, moeizaam kunnen drinken, aanvallen van koorts, gaten in de mond, het moeten praten met een plaatje met twee neptanden, spoelen met waterstofperoxide...
Als de tandarts met me klaar is, begint de paradontoloog pas ècht. De twee eerdere keren dat ik daar was, waren bewerkelijk. Ik hou mijn hart vast.

Twee dingen kan ik nu al concluderen, of eigenlijk drie.
Om te beginnen: ik heb een prima tandarts met een prima assistent; ten tweede: flos voordat het te laat is (en denk erom: roken en parodontitis zijn een slecht paar) en tot slot: de paradontoloog is een dure hobby (want niet of zeer schamel gedekt door de verzekering).

Ontwapenend en onweerstaanbaar

Zelden meegemaakt dat ik zowel de tranen voelde prikken als met een brede glimlach zat te kijken en luisteren. Afgelopen maandag, een dag voor de première, zat ik met vriendin M. te genieten van de wonderbaarlijke wereld van Leon Giesen, Mondo Leone, met de voorstelling ‘Genomineerd’ in de Blauwe Zaal van de Utrechtse Stadsschouwburg.

Ik kan het iedereen aanraden. Pratend, zingend, musicerend en filmpjes vertonend laat Leon Giesen zien welke dingen hem verbazen en verrukken. En dat zijn kleine, maar verrassende zaken. De toeter waarmee Amerikaanse treinen waarschuwen als ze overgangen passeren; een jongen die uitgespuugde kauwgommetjes op het trottoir omtovert tot kleine kunstwerkjes; een man die gratis knuffels uitdeelt; kabouters en hartjesstoplichten in Utrecht. Maar ook een tedere ode aan een overleden vriend, een ‘stout’ lied over witte laarsjes en een gezongen overpeinzing over wat hij ziet als hij in de spiegel kijkt.

Leon Giesen krijgt het voor elkaar. En dat is bijzonder, want hij is niet de knapste man, hij heeft niet de mooiste stem, hij zingt niet de beste liedjes, hij is niet de soepelste causeur, en toch, toch heeft hij het. Hij weet je te raken, weet je mee te nemen in zijn manier van denken en voelen. En je gaat mee, want je wil kijken en genieten zoals hij. En kijken, dat kan hij als de beste.

Bedankt Leon, bedankt M.!

‘Genomineerd’ Mondo Leone, te zien in het hele land. Check: www.mondoleone.nl

Tuesday, November 23, 2010

Klagen

De hemel bestormen, de wereld veranderen, een meesterwerk produceren, het over een andere boeg gooien; het hoeft allemaal even niet.
Ik ben namelijk ziek en heb maar een –zeer verrassende- prioriteit: beter worden. Zelden zo’n helder doel voor ogen gehad.

Die nadruk op alleen de elementaire zaken van het leven (werken, plassen, matig eten, wassen, slapen en drinken) heeft iets overzichtelijks. Stiekempjes bevalt me dat wel, kun je nagaan waar ik normaal me allemaal druk over maak. Een klein rijtje:                   attent zijn - afgeschaft;
                            geneuzel - geen energie;
                            roken - geen zin in;
                            sex - zie onder ‘roken’;
                            alcohol - een slaapmutsje;
                            uitgaan - boeie;
                            afspraken - duh;
                            sporten - pfff;
                            feestdagen - gelukkig nog ver weg.

Beter worden blijkt overigens nog een heel gedoe: het verrichten van vergelijkend warenonderzoek naar pijnstillers; het vroeg maar niet te vroeg naar bed gaan; het koortsbestendig kleden (niet te dik, want al gauw veel te warm; niet te luchtig want snel rillerig); het van A naar B gaan zonder risico op vallen wegens verminderde concentratie (wel bus, geen fiets) en het me gedegen laten informeren over de juiste multivitamine om vooral maar snel mijn gehavende weerstand op peil te krijgen.

Eigenlijk allemaal heel goed te doen. Mij hoor je niet klagen

Wednesday, November 17, 2010

Wieberen

Süß! Wat schattig! Dat zijn de woorden die te binnen schieten als mensen het hebben over het beroemde Berlijnse Ampelmännchen. Het beroemde Berliner stoplicht werd in 1961 ontworpen in de DDR en toont als het op rood staat een gestileerd mannetje dat met zijn beide armen het verkeer lijkt tegen te houden. Als het op groen staat zie je en profil een mannetje met hoedje dat schielijk oversteekt. Het oogt eenvoudig en is zeer effectief; want duidelijk & herkenbaar.
Met een knipoog naar de voormalige Oost-Duitse regeringspartij SED zou je kunnen spreken van Soziales Einheits Design.

De Berliner en toeristen houden van het Ampelmännchen en je ziet het dan ook op petten, T-shirts, pennen, magneten en kaarten undsoweiter.
In het vaak drukke en grauwe Berlijnse verkeersbeeld knap ik altijd een beetje op als ik het verlichte kereltje weer zie, alsof iemand me een knipoog geeft.

In Utrecht, waar ik woon, hebben we weliswaar niet zo’n beroemd verkeerslicht. Maar we doen ons best. Zo zijn er fiets- en voetgangerslichten met het beroemde Utrechtse konijn Nijntje. Verder heeft iemand met een groot hart een groot aantal fietsstoplichten rondom het centrum opgeleukt met hartjes. Elke dag bij elkaar toch weer goed voor een glimlach.

Dichter bij huis ontdekte ik een bijzonder stoplicht. Hoewel, eigenlijk was het heel gewoon. Het rode stoplicht toonde een stilstaand meisje. Sprong het op groen dan zag je een lopend meisje met een -door haar beweging- wapperende paardenstaart. Ik vond het altijd zo’n grappig detail, zoiets waar de ontwerper zelf ook duidelijk lol in had gehad. So süß...

Afgelopen weekend is het stoplicht vervangen, door een mannetje dat te groen en te rood is.
De moderne tijd, wat je zegt. Maar ik mis haar.
Mijn Ampelmädchen is wieberen.

Tuesday, November 16, 2010

Utrecht schreeuwt om cultuur

Komend weekend zal in heel wat plaatsen de Schreeuw om cultuur klinken. Met deze 'schreeuw' willen tal van culturele intiatieven duidelijk maken dat de door de nieuwe regering voorgenomen bezuinigingen onvermijdelijk zullen leiden tot een enorme verschraling van het Nederlandse culturele landschap.

Wie denkt dat cultuur elitair is dient zich te realiseren dat ook laagdrempelige initiatieven zoals kunst- en atelierroutes, cabaret, bibliotheken, kleinere poppodia en kunstopleidingen zoals conservatoria allemaal hiervan de gevolgen zullen ondervinden. Geen Mama Mia of Koefnoen zonder acteurs en dansers, die over het algemeen  een (-inderdaad- een vaak zwaar gesubsidieerde) kunstopleiding,hebben gevolgd geen Nederlandse film, geen festivals. Je moet er niet aan denken...

In veel plaatsen zal de kunst zich manifesteren, waaronder in Utrecht:

'Op 20 november laat Nederland van zich horen: NEDERLAND SCHREEUWT OM CULTUUR. Utrecht schreeuwt mee en pakt groots uit om 14.00 uur met een massaal orkest op de Neude, gepresenteerd door Joris Linssen. De 9e Symfonie van Beethoven wordt vertolkt door 1.000 stemmen, een enorm orkest en het carillon van de Dom. De 9e Symfonie in klassieke, smartlap- én hiphopversie: je hoort het goed. Kom ook!

Waarom actie?
Utrecht is trots op haar culturele rijkdom en het vele talent waarover de stad beschikt. Van Gerrit Rietveld tot Barry Atsma, van Dick Bruna tot Janine Jansen, van Kyteman tot Claudia de Breij. Een goed functionerende samenleving en een bloeiende economie zijn gebaat bij cultuur. Er dreigt twintig procent op kunst en cultuur bezuinigd te worden, bijna drie keer zoveel als de bezuinigingen op de rijksbegroting. Dit gaat Utrecht veel te ver!

Snoeihard bezuinigen
Geen Nederlands Film Festival meer? Aanzienlijk minder klassieke muziek, toneel en dans in onze stad? Geen muziek en theater meer op scholen? Geen wijktheater meer in de Utrechtse buurten? Toegangskaartjes in één klap 13% duurder? Het kabinet Rutte zet het mes in kunst en cultuur en doet dat willekeurig en snoeihard. Trommel iedereen op die je kent en kom zaterdag 20 november naar het Neude voor actie.

Iedereen naar de Neude!
Om ook in de toekomst te kunnen blijven genieten van kunst en cultuur, roepen we iedereen op om zaterdag 20 november om 14.00 uur naar de Neude te komen. Laat horen dat jij kunst en cultuur belangrijk vindt en maak deel uit van een historisch concert met honderden Utrechters en BU’ers (Bekende Utrechters). Met schoonheid zetten we de aanval in!
Je stem verheffen tegen deze enorme kaalslag? Teken ook gelijk de petitie op de website www.nederlandschreeuwtomcultuur.nl.

Programma zaterdag 20 november Utrecht
13.30 uur: verzamelen op de Neude
14.00 uur: een unieke bewerking van de 9e Symfonie van Beethoven voor 1.000 stemmen, orkest en carillon in klassieke, smartlap- en hiphopversies. Presentatie: Joris Linssen
15.00 uur einde
Deze actie is onderdeel van de landelijke manifestatie NEDERLAND SCHREEUWT OM CULTUUR en wordt in Utrecht georganiseerd door ruim 80 Utrechtse culturele instellingen. Kijk voor meer informatie op www.nederlandschreeuwtomcultuur.nl of volg ons op Facebook: www.facebook.com/utrechtschreeuwt "

Sunday, November 14, 2010

ADO Den Haag

Lieve lezers, U weet natuurlijk allemaal dat de beeldschone voetbalclub ADO Den Haag, op de 7e plaats in de Eredivisie staat.
Bovendien blijkt ADO te azen op een voetbalbelofte die nu nog voor Ajax speelt. En dat ADO graag wil dat er meer ADO fans aanwezig kunnen zijn bij de komende wedstrijd tegen Feyenoord in Rotterdam. De club is hiertoe een mailactie begonnen

Misschien is het u nu wel duidelijk: veel ADO om vooral maar door de zoekmachine te worden opgemerkt! Auw auw auw: over de rug van ADO Den Haag zorgen dat Teveelado/Too Much Ado vooral maar wordt gevonden...

Aangezien ik, sportief als ik ben, van mening ben dat moet gelden voor wat hoort wat, sluit ik af met deze verwijzing naar de bron van al dit ADO nieuws: www.clubachterdeduinen.nl. Daar is trouwens ook dit mooie citaat te vinden:

                                    ADO, gewèèèldig man!

                                    Jan Mulder (Studio Voetbal)

Daar kan ik het natuurlijk alleen maar mee eens zijn.

Seks

"Ik ben voor veel seks voor het huwelijk, voor allebei mijn dochters, want ik mocht niks als moslima."

Naima el Bezaz (auteur)


Bron: Volkskrant Magazine, 13 november 2010

Saturday, November 13, 2010

Blinde blogger

‘Een blinde blogger’ zo noemt Yoani Sánchez uit Cuba zichzelf. Die omschrijving slaat op de situatie waaronder ze haar blog Generacion Y bijhoudt. Met een peperdure internetkaart bezoekt de Cubaanse telkens wisselende internetcafé’s en hotellobby’s om haar mail op te halen en posts te mailen naar vrienden die ze vervolgens op de blog zetten.
Haar blog kan ze zelf niet lezen, want in een land waar internetkaarten eenderde maandsalaris kosten, is er geen geld om eens lekker te surfen op het World Wide Web.

De 35-jarige Sánchez kreeg onlangs de Prince Claus Award toegekend voor haar blog  waarin ze kritisch bericht over de situatie in Cuba. Het is zeer de vraag of ze komende maand de prijsuitreiking in Amsrdam zal kunnen bijwonen. De Cubaanse regering heeft het niet op kritikasters en staat het kritische burgers alleen toe om te reizen als ze niet meer terugkeren. Wat neerkomt op verbanning. En Cuba de rug toekeren is het laatste wat ze wil.

In een interview in NRC weekblad van vorig weekend komt Sánchez uitgebreid aan het woord. De blog die sinds 2007 bestaat, viel al eerder op. In 2008 nam het weekblad Time op in de lijst van 100 meest invloedrijke personen, ze belandde daar in de categorie: Helden en pioniers.

Cuba telt de minste internetaansluitingen per hoofd van de bevolking van heel Latijns Amerika. Ze vertelt dat haar blog derhalve niet veel gevolgd wordt in Cuba, maar des te meer in het buitenland. Op www.desdecuba.com/generaciony is de blog in 20 talen, van het Spaans tot Japans, te lezen.

In haar blog valt ze niet aan, wel plaatst ze haar realiteit naast de officiële versie van de Cubaanse overheid. Ze schrijft over medestanders die de mond worden gesnoerd, de manieren waarop haar het leven zuur wordt gemaakt, maar ook over de wens om vrijelijk naar het buitenland te kunnen reizen en het verlangen naar een eigen betaalbare  internetaansluiting thuis.

Eigenlijk heel gewone dingen, tenminste als je in Nederland woont.


Bron: NRC Weekblad, 6-12 november 2010

Monday, November 8, 2010

Gelukje

Met dank aan de Volkskrant van afgelopen zaterdag kwam ik voor een absolute bodemprijs aan een boek over het Bauhaus. Jippie!

Er is een school waar ik dolgraag naar toe zou zijn gegaan: het Bauhaus. Deze bijzondere kunstacademie werd in 1919 opgericht in Weimar, verhuisde in 1925 naar Dessau en sloot daar –onder druk van de Nazi’s- in 1932 de deuren. Een poging tot een doorstart in Berlijn, mislukte in 1933. 

Bekende kunstenaars en ontwerpers als Klee, Gropius, Mies van der Rohe, Kandinsky en Breuer gaven er les. Veel  toentertijd revolutionaire ontwerpen die onder de vlag van het Bauhaus tot stand kwamen hebben nu de status van klassiekers.

Ik stel me iets voor à la de Design Academy in Eindhoven. Een broeinest van ideeën, verhitte discussies, filosofische gesprekken, grenzen verkennen, waanzinnige feesten, originele invallen, botsende ego’s en noeste arbeid. Dat de nationaal-socialisten daar niks van moesten hebben, verbaast me niks.

Op de achterkant van het boek staat een foto van het trappenhuis in de school met een groep studentes. Leuke meiden die op de rand van volwassenheid staan. Onwetend van de vreselijke oorlog die ze te wachten staat. Ze ontroeren me. Ik had wat graag bij hen in de klas gezeten.
Maar wat ben ik blij dat ik van na de oorlog ben.

“Bauhaus, 1919-1933, Hervorming en avant-garde”, Magdalena Droste, uitgave Taschen/De Volkskrant.
Met bon uit De Volkskrant van 6/11/10 voor € 5,90.

Antony

Ik zou graag iets aardigs willen zeggen over Swanlights, de nieuwste CD van Antony and the Johnsons. De waarheid is dat het niet lukt. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden.

Voor de muziek van Antony Hegarty geldt dat je er of helemaal kapot van bent (die stem!) of er helemaal knettergek van wordt. Ik behoor tot het eerste kamp.

In zijn column op de achterpagina van NRC Handelsblad schreef mede-liefhebber Frits Abrahams dat Antony nu toch wel heel veel ‘oehoehoe’ zong.

Daar ben ik het ook niet helemaal mee eens.
Laat ik het er –heel slapjes- maar op houden dat ik er vooral aan wennen moet.

Sunday, November 7, 2010

Fictie

Met een pocketje in de hand sta ik geduldig te wachten tot ik kan afrekenen bij het American Book Center. De jonge man voor mij heeft een vraag voor de verkoper. Van een briefje leest hij het op: “Waar kan ik vinden ‘If men could talk’?” Zonder aarzelen krijgt hij antwoord: “Meneer, dàt is fictie.”

Nieuwe media, nieuwe ondeugden

Wellust, hebberigheid, jaloezie, vraatzucht, woede, ijdelheid en gemakzucht.
Wat waren de 7 hoofdzonden toch overzichtelijk!

In ‘Player One, What Is to Become of Us’, de nieuwste roman van de Canadese schrijver Douglas Coupland, bedenkt een van de hoofdpersonages dat het hoogste tijd is voor een update.

Deze Luke, een dominee die van zijn geloof is afgevallen en passant de kas voor de renovatie van de kerk heeft achterovergedrukt, komt tot de volgende moderne ondeugden:

    ‘...the willingness to tolerate information overload;
    the neglect of the maintenance of democracy;
    the deliberate ignorance of history;
    the equating of shopping with creativity;
    the rejection of reflective thinking;
    the belief that spectacle is reality;
    vicarious living through celebrities.
    And much more, so much more.’   


Een fraai rijtje.

Tuesday, November 2, 2010

Authentic Self - McKenna 2

Als ik Paul McKenna mag geloven –en waarom zou ik dat niet?- is haast niemand zichzelf. McKenna houdt zich bezig met transformatie processen en heeft daar zelfs diverse boeken over geschreven. Een ervan ben ik nu aan het lezen: Change your life in seven days.

Negatieve ervaringen en opvoeding hebben ervoor gezorgd dat het gros van ons meer en meer is gaan geloven dat we allerlei dingen niet kunnen, geen recht hebben op succes, altijd moeten tobben, gedoemd zijn om te blijven dromen zonder de illusie te hebben ooit ook maar een fractie van die dromen waar te maken.
Kortom: we zijn en blijven slachtoffers van de wereld en –als ik McKenna goed heb begrepen- van ons eigen negatieve denken dat ons hele systeem programmeert om vervelende ervaringen maar te blijven herhalen.

Dat is nogal wat en gelukkig heeft McKenna (en samen met hem overigens vele anderen) er iets op gevonden. Hij heeft een methode ontwikkeld met elementen uit het neuro-linguïstisch programmeren waarmee je grof gezegd alles aan kunt pakken wat je dwarszit om toch nog gelukkig te worden in alle opzichten. Dus voldoende of zelfs veel geld, fijne relaties, meer aanzien, betere gezondheid en noem het maar op waar een mens het maar moeilijk mee kan hebben.

Ik teken ervoor.

Wel is er een ding waar ik nu al tegen op zie.

Het begint ermee dat je moet nadenken over wie en wat je werkelijk bent. Of zoals McKenna het noemt: wat is je diepste ik? Dat is niet die onvolmaakte klojo die je door dag en tij bent. Nee, je diepste ik strookt met je diepste verlangens, wensen en dromen. Als je alles afpelt vindt je een soort eigen hoogstpersoonlijk innerlijk paradijs.
Dat is je Authentic Self.

En daar gebeurt het. Ik krijg het Spaans benauwd. Over die imperfecte trut die ik ben heb ik niet zoveel illusies. Ik weet dat ik irritant, gestrest en af en toe neurotisch ben. Ik zie onder ogen dat ik af en toe roddel, soms jaloers ben en niet attent. Maar ik ben als de dood dat mijn Authentic Self nog veel vervelender, vermoeiender en geschifter is. Stel je voor, heb je net archeologie in je eigen psyche bedreven en dan blijkt dat het lood om oud ijzer. Dat je van binnen een groot stinkend moeras bent, of een barre woestijn, in ieder geval iets wat je terecht verborgen houdt. 
Kortom, dat je ècht niet te harden bent.
Ik moet er niet aan denken.

McKenna zou vast en zeker iets zeggen in de trant van ‘Dat is het probleem, je zit jezelf dwars. Het is je eigen schuld.’

Misschien is dat wel het allerengste: wat nou als hij gelijk heeft?

Veel te verbeteren - McKenna 1

Dat er van mij (net als van het merendeel van de overige wereldbevolking, overigens) geen reet klopt, dat wist ik al geruime tijd.

Maar dat dat schaamteloos commercieel uitgebuit op willekeurig welk vliegveld, dat is een nieuw inzicht.

Bij mijn laatste vliegreis zag ik het opeens. Natuurlijk had ik tevoren een impulsaankoop gedaan. Gezien mijn budget overstijgen die nooit de 20 euro. Dus niks  geen tax free Chanel, Swarowski of Sony. Laat staan diamanten.

Het werd natuurlijk een boek. In een vliegtuig ben je immers overgeleverd aan jezelf en houdt het uitzicht ook niet over. Wegdromen en meedeinen zoals in de trein is er niet bij, scherp blijven zoals in de auto omdat je anders een ongeluk op je geweten hebt, evenmin.

Om de een of andere reden kom je met het verstrijken van de jaren ook steeds minder interessante mensen naast je tegen. Of mensen hebben naarmate je ouder wordt minder de aanvechting om je aan te spreken. Geen idee.
Verveling, irritatie en frustratie zijn dan ook vertrouwd gezelschap bij elke vliegreis langer dan anderhalf uur.

Om dit daadkrachtig te bestrijden zijn er op elke luchthaven kiosken met een breed assortiment aan bladen en boeken. De boeken vallen grofweg in drie categorieën te verdelen: bestsellers, thrillers en een raadselachtige restcategorie. Die of te maken heeft met succesvolle ondernemers en hoe ze dat flikten, of met het menselijk tekort. Dit leesvoer valt onder het lemma ‘inspirational’, ‘self help’ en –tegenwoordig heel populair- ‘self improvement’. In de jaren dat ik wegens familiebezoek naar de VS reisde, liep ik zo boeken op met titels als ‘How to become a people magnet’, ‘Succulent woman (an inspirational guide by Sark)’en The Mind Gym’’. De neiging om de ‘Celestijnse belofte’ te kopen heb ik weten te weerstaan net als williekeurig welk boekwerk over willekeurig welk dieet. Elk mens heeft zijn no go areas.

Dit keer viel ik voor ‘Change your life in seven days’ van Paul McKenna. Met uren vliegen in het vooruitzicht leek me dat wel wat, Een vakantie van zeven dagen zou zo goed besteed zijn, spiegelde ik mezelf voor. 

Stel je voor dat het lukt om mijn leven in zeven dagen te veranderen? Dan kom ik de man van mijn leven tegen, verdriedubbelen mijn inkomsten zich (Schoenen! Tassen! Boeken! Kunst!), koop ik het flat naast het mijne en verbouw ik het tot een heus apartment met eetkeuken, sta ik onspannen in het leven, verdiepen zich mijn relaties en ja, dan ben ik heel gelukkig. Dat hou ik mezelf voor. Van de gedachte alleen al dat me dit alles ten deel zal vallen knap ik al enorm op.

Maar iets knaagt. Hoe moet dat dan bij een volgende vliegreis? Er moet iets te verbeteren blijven, want anders raken al die luchthavens al die boekwinkels kwijt met hun self improvement boeken.
En dat, dat zou pas echt erg zijn.

Golven

Natuurlijk ben ik achtelijk, het zij zo. Ik schijn te behoren tot het uitstervend ras der niet-magnetronbezitters. Magnetron (twintig jaar geleden bestond het woord amper), Microwaves, Microwellen. Het is aan mij niet besteed.

Ik hou er niet van, ik geloof er niet in. Net als ik eigenlijk ook niet geloof in afwasmachines en wasdrogers. Ik weet dat het handige apparaten zijn en dat ze veel tijd en energie (menselijke, wel te verstaan) sparen, maar ik heb het er niet op.

Bij magnetrons, microdinges etc. komt er ook nog eens bij dat ik me niet kan voorstellen dat het echt goed is voor het eten dat je er in stopt. Smaak heeft toch tijd nodig? Als je iets warm maakt duurt het toch even voor dat alle smaken van alle ingrediënten tot volle wasdom zijn gekomen? En het kan toch niet goed zijn om complete maaltijden met verpakking en al in zo’n ding te stoppen? En dan ook nog te verwachten dat het lekker is? Laat staan gezond?

En, al begrijp ik dat het makkelijk is, een flesje melk voor de baby is toch gezonder als het enige tijd heeft gehad om op temperatuur te komen? Waarom alles snel en gehaast?

Al ben ik zelf zo hyper als de pest, ik heb een hekel aan snel en gehaast. Misschien dat ik dat alleen op deze manier kan cultiveren, of misschien heb ik me op de valreep van de Koude Oorlog toch nog even laten inpakken door Russische propaganda. Ik las toen een artikel over de nadelen van microwaves waarin stond dat in de Sovjet Unie dergelijke ovens verboden waren vanwege de gezondheidsrisico’s. De structuur van voedsel zou fundamenteel veranderen door opwarming in een dergelijke oven, bij kant en klare maaltijden zouden de inkten en de plastics van de verpakkingen bij verhitting een kwalijke reactie aangaan met het verpakte eten, de opwarming zou niet evenwichtig over het te verwarmen product verspreid zijn etc.

Mijn reeds bestaande wantrouwen kreeg een ferme boost. Inmiddels heb ik de tijd aan mijn zijde. Ik deed al aan slow cooking (genieten van het langzaam ontstaan van een mooi bruin korstje in de oven) voordat ook maar een chef het woord kende.

Kippig

Brillen zijn het helemaal. Het valt echt op hoeveel mooie en jonge mensen tegenwoordig met bril rondlopen. Niks geen geklooi met lenzen of laseren. Nee, gewoon een bril op de neus.

Hoewel het ze goed staat en –zeker als het een uitermate hippe (en waarschijnlijk peperdure) bril is- heb ik het er toch een beetje moeilijk mee.

Lang heb ik namelijk geweigerd om, zo kippig als ik was, mijn bril te dragen. Brillen vond ik niet kunnen. Dit had zeker iets te maken met bekende brildragers uit de zeventiger jaren: Nana Mouskouri, Lee Towers en natuurlijk Elton John. De bril had –terecht- een slechte naam en met bril zag je er simpelweg niet uit. Dus zag ik slecht.

Dit nam af en toe potsierlijke vormen aan. Vrienden die er rekening mee hielden dat ik ze in het wild toch niet zou herkennen, riepen al bij voorbaat hun naam: ‘Hoi, ik ben het, Sandra!’.

Dit overkwam me meer dan eens. Toch hield ik stug vol. Terugkijkend verbaast het me dat ik nooit een ongeluk heb gehad. Met mijn slechte ogen zag alles er op zijn minst wat impressionistisch uit. Een grijze vlek op de weg kon dan ook zowel een krant als een kat zijn. Ik ben er dan ook van overtuigd dat mijn behoedzame, filosofische wijze van fietsen een overblijfsel is uit deze bijziende periode.

Inmiddels ben ik aan de contactlenzen, na een jarenlange worsteling waar veel doorzettingsvermogen aan te pas kwam en ontstoken ogen. Af en toe draag ik mijn 10 jaar oude, maar nog steeds mooie bril.

Een ding mis ik uit mijn kippige jaren: het gevoel dat ik een goede daad verricht door de mensen waziger en dus mooier te zien dan ze zijn.
En ik bedenk me dan – stel dat hij of zij zou bestaan- zoals God ze bedoeld heeft.

Verslaving

Neuspeuteren, chocolade, fanatiek sporten, roken, sex. You name it. Alles wat lekker is, is slecht. Of op zijn minst verslavend.

Maar er is iets op gevonden. Thee.

Vroeger was thee gewoon zwart. Je pleurde een zakje Pickwick in de pot (wel eerst spoelen met kokend water) en dat was het. Wel kwam er met het theegebeuren een aparte etiquette. Namelijk omgekeerd: eerst nam je zelf een kopje en vervolgens kregen de gasten. Hier zat een ondoorgrondelijke, maar bij nadere beschouwing volledig sluitende logica achter. Het laatste kopje is namelijk het lekkerst, want goed op sterkte.

Toen kwamen de smaakjes. Die liepen uiteen van citroen tot aardbei en bosvruchten. Heel erg. Vooral omdat Douwe Egberts niet echte vruchten maar goedkoope rip offs gebruikte om de boel ergens op te laten lijken. Bij de citroen thee leidde dat onverbiddelijk tot associaties met afwasmiddelen.

Helaas namen de smaakjes een hoge vlucht. Gewoon zwarte thee is haast niet meer te krijgen. Bovendien is zwarte thee, in tegenstelling tot groene thee of kruidenthee, domweg slecht. Of liever: niet zo gezond. Groene thee bevat anti-oxidanten (heel erg goed, al heeft nooit iemand me precies kunnen uitleggen waarvoor of juist waartegen) en kruidenthee daar kun je alle kanten mee uit. Alle kruiden hebben wel iets heilzaams, positiefs of spiritueels.

En zo namen de sterremix (iets gruwelijks met steranijs en nog wat ondoorgrondelijke en onduidelijke groeisels), de rooibos en groene thee (smaaksensatie: Dubro meets stopverf in vloeibare vorm) de boel over.

Ik ben uitgeweken naar dure winkels (meestal met dubbele Engelstalige namen) waar ik terecht kan voor een eerlijke Earl Grey, Lapsang Souchong of Darjeeling. Losse blaadjes, dat wel. Niet zo miezerig zakje met zo’n afgekloven labeltje.
Nee, de real stuff. En ja, er zit theïne en cafeïne in. En sterker nog: dat vind ik geweldig, want ik ben verslaafd aan sterke zwarte thee.

Maar alleen thuis, aan mijn eigen tafel en in mijn eigen tijd. Net als toen ik nog rookte. Tevreden en dromerig nip ik van mijn glas thee. Niemand die me wat maakt.