Friday, April 29, 2011

Een vluchtig kusje

Een vluchtig kusje, hoorde ik op het nieuws.  Dat is pas wereldnieuws: dat een prins zijn bruid op het balkon van Buckingham Palace een kus geeft. Hoezo prioriteiten stellen? Koninginnedag, daar gaat het om!

Over een paar uren breekt de 'hel' in Utrecht (maar ook in Amsterdam en Den Haag) los. Morgen is het pas Koninginnedag, maar we nemen vanavond al vast een voorproefje. Dat betekent een ongelofelijke drukte, teveel gezuip, en overal troep. Het blijft me elkaar weer verbazen hoeveel troep ('brol' in het Vlaams, een prachtig woord) er in Nederland in omloop is. Je zou denken dat na een jaartje of vijf (en dus vijf vrijmarkten op Koninginnedag) we er wel vanaf zouden zijn.

 Maar nee: de zooi verhuist doodleuk naar andermans kasten/zolders en verdomhoekjes. En op de een of andere manier levert de jaarlijkse meukverhuizing nog meer rommel op. Ergens kweekt een heel doortrapt iemand spullen die iedereen kwijt wil, maar die zich niet laten weggooien of afdanken. Het beste voorbeeld daarvan zag ik eens op een Koninginnedag in Lisse. Natuurlijk ook daar de onvermijdelijke rommelmarkt. Even hadden we nog de verwachting dat die wel gelardeerd zou worden met Oud-Hollandse spelen, maar niks hoor. Het was louter zooi. Een type troep kwamen we bij elk kraampje tegen: clowntjes. Allemaal duidelijk van dezelfde hand, allemaal ooit eens aangeschaft -waarschijnlijk ter ondersteuning van een of ander vaag goed doel- en allemaal tegelijkertijd over de uiterste houdbaarheidsdatum heen. Een ware plaag.

Hopelijk valt dat over een uurtje of wat te vermijden. Van zes tot half negen ga ik toch even een kijkje nemen op de Koninginnemarkt en dan voor het donker snel weg. Toch kijken of er iets te vinden is. Die hebberigheid zit ook in mij. Geen vluchtig kusje maar koopdrang. Hoezo prioriteiten? De rest van de wereld kan even wachten. Ben ik blij dat mijn gedrag het nieuws niet haalt.

P.S. Hoor net dat er bij demonstraties in Syrie 500 demonstranten zijn gedood. Ik heb er geen woorden voor.

Thursday, April 28, 2011

Verlangen

Foto: Laufin, 2007, Picasia.
Klaprozen, kamille, korenbloemen... Ik verlang naar velden (of armen) vol. Behelp me met een balkon vol lobelia, alyssum (ruikt lekker), een seringenboompje (idem) en kruiden. Ook leuk, maar niet zo magisch als dat blauw van de korenbloem.

Wednesday, April 27, 2011

Excessief & genereus

Er moet bezuinigd worden, dus gaat het mes in de kunst. Immers: kunst is een 'linkse' hobby. Na de Schreeuw om cultuur van november 2010 zijn er -gelukkig- diverse initiatieven van de grond gekomen.

Vier componisten; Peter Adriaansz, Maarten Altena, Rozalie Hirs en Samuel Vrieze schreven het Manifest voor een nieuw kunstbegrip. Het manifest is onder andere een reactie op een eerder uitgebrachte notitie van de Tafel van Zes, een bundeling van zes kunstorganisaties.

Hieronder een deel van de tekst van Manifest voor een nieuw kunstbegrip. Het is me uit het hart gegrepen:

"Wij hebben ons leven in dienst van die kunst gesteld. Wij werken elke dag aan de verdere scherping van onze inzichten in onze artistieke discipline. De bestuurselite spreekt niet namens ons. Wij, kunstenaars, eisen de taal weer op.

    1. Kunst is niet voor een “doelgroep”. Alle kunst is altijd voor iedereen.
Wie een kunstwerk maakt brengt iets in de wereld dat voor iedereen beschikbaar wordt en de wereld leefbaar maakt.

    2. Kunst is geen instrument.
Elk kunstwerk stelt zijn eigen doelen en heeft zijn eigen effecten. Wat een kunstwerk zal zijn en wat het in de wereld zal veroorzaken is niet voorspelbaar en kan niet door politieke of commerciële agenda’s worden afgedwongen.

    3. De waarde van de kunst is voorspelbaar noch berekenbaar.
 Kunst biedt gewaarwordingen en gevoelens, biedt kennis over wat we kunnen zien, horen, voelen, denken en doen in de wereld. Deze kennis heet “ervaring”. Een kunstwerk heeft waarde voor zover de ervaring die het mogelijk maakt specifiek is: voor zover zij tot niets anders herleid kan worden. Een kunstwerk is een specifieke gedachte over ervaring.

    4. Een kunstwerk is niet zelf “toegankelijk”, maar geeft toegang tot ervaring.
Wie een kunstwerk gaat maken, bekijken of beluisteren kan niet vooraf weten tot welke ervaring het werk toegang zal geven. Daarom mag “toegankelijkheid” geen vooropgesteld criterium voor kunst zijn. Wel wordt de ervaring toegankelijker bij veelvuldig contact met het werk.

    5. Kunst is een discipline.
Kunst eist toewijding, van makers zowel als van beschouwers. Alleen wie zich aandachtig op een kunstwerk richt kan tot de ervaring doordringen waar het toegang toe geeft.

    6. Kunst staat los van Staat zowel als Markt.
Noch de mechanismen van de Staat, noch die van de Markt zullen ooit kunnen vatten wat kunst is. Er is vanuit de kunst gezien ook geen verschil tussen de Markt en de Staat – er is één technocratische MarktStaat die niet denkt maar reguleert (voorzover de storm van het internationale kapitaal dat toestaat). Daarbuiten is er het denken. In de wetenschap bijvoorbeeld, en in de kunst.

    7. Kunst is niet “pluriform” of “democratisch”.
Kunst is ongeschikt als beleidsinstrument om falend sociaal beleid mee te corrigeren of verdoezelen. Kunst representeert geen democratische consensus maar gedijt bij rivaliteit van ideeën.

    8. Kunst wordt niet “geconsumeerd”.
Een kunstwerk gaat niet op in het gebruik en is dus ook niet schaars. Daarom zijn economische wetten niet op kunst van toepassing. De gedachte van een kunstwerk is een eeuwige bron.

    9. Kunst is geen “aanbod” waar een “vraag” naar is.
Geen kunstwerk kan ooit worden herleid tot het marktmechanisme – de markt kan alleen een vraag hebben naar dat wat al bekend is. Maar het kunstwerk is juist van waarde omdat het niet voorspelbaar is. De vraag van het publiek is dan ook geen creatieve of artistieke factor.

    10. Er is geen “overaanbod” van kunst. Kunst is excessief, genereus, en toch steeds opnieuw noodzakelijk.
Elk kunstwerk is altijd al teveel. Er is altijd meer kunst dan wie dan ook kan bijbenen. Het is niet anders: er is meer te denken, te ervaren en te doen dan de mens aankan, en de kunst maakt dat ongemakkelijke feit steeds weer zichtbaar. Dat zichtbaar maken is menselijke noodzaak: precies het teveel dat de kunst biedt kan de mens boven zichzelf uittillen en bevrijden van sleur en regelgeving. Dus is kunst, naast altijd al teveel, ook nog nooit genoeg.

    11. Een kunstwerk is een vraag waarop het antwoord je leven kan veranderen.

    12. Kunst viert dat wij kunnen denken, voelen, scheppen, leven."

Mooi onder woorden gebracht en o zo waar.

Lees die tekst en teken het manifest! Het is te vinden op www.earreader.nl

De genoemde notitie van de Tafel van Zes, Minder waar het kan, beter waar het moet, is onder andere te vinden op www.nbf.nl

Sunday, April 24, 2011

Mensenrecht

Het was een lentedag die deed alsof het al zomer was. We zaten op het dak en keken over de stad uit: Domtoren, de bomen van de singels. Onder ons het gebrom en geruis van de stad. Af en toe wat wind. We dronken wijn, aten kaas en de warmte zakte. We keken naar het zeer ruim bemeten, lege dakterras van de Willem Arntzstichting. Het is een soort balkon, bedoeld om op te sporten, afgeschermd door  een muur van drie meter hoog glas. Geen plant of boom te bekennen, welgeteld een parasol. Kraak noch smaak. Dit moet eraan bijdragen dat mensen die psychisch in de war zijn, tot rust komen en de draad oppakken. Ik kon me er niks bij voorstellen. Een ding wist ik zeker: hoe gek ik ooit ook zou worden, hoeveel hulp ik ook nodig zou hebben, dat dakterras zou ik mijden.

P. aaide de kat, G. nam nog een slok wijn. Ik las de krant. P. en G. gingen van het dak af, er moest gegeten worden en dat betekende eerst koken. Ik bleef zitten en keek naar het dakterras. Er liep een man te ijsberen. Hij leek opgesloten in een eigen wereld. Ik begon te zwaaien. Zou hij kijken? Hij liep een rondje en toen, gebeurde het: hij hief zijn hand op. En bij het volgende rondje -toen hij mij in het vizier had- weer.

Ik voelde me opgetogen.

Gezien worden is een mensenrecht.

Saturday, April 23, 2011

Eigenzinnige bejaarde

Binnenkort bestaat de VPRO 85 jaar, hoogbejaard dus. In een tijd waarin we overspoeld worden door internet, twitter, bijna 30 zenders op de kabel, is het mogelijk dat er sprake is van een samengaan van de publieke omroepen AVRO en VPRO. Een move die nog niet zo gek lang geleden ondenkbaar was

Veel jongeren zegt het niks, die hele publieke omroep. Hooguit om af en toe naar het journaal te kijken. Het maakt een beetje melancholiek, te denken dat ooit er maar 2 Nederlandse televisie zenders waren. In de tachtiger jaren kwam er nog eentje bij. En toen veranderde alles: de commerciele omroepen maakten hun entree. En uiteindelijk lag de wereld aan onze voeten met internet. Niks zou meer hetzelfde zijn.

Zo ook de VPRO. Ooit begonnen als de spreekbuis van het vrijzinnig protestantse volksdeel en halverwege de zestiger jaren in de vaart der volkeren rap veranderd in het platform van alles wat hip, eigentijds, tegendraads en ook wel elitair was.

Bij de VPRO kwam voor het eerst een spiernaakte vrouw in beeld; sprak Adriaan van Dis met wetenschappers, schrijvers en kunstenaars; maakte Jacques Plafond radio om nooit te vergeten; smoorde Paul Haenen als Margreet Dolman Nederland in haar luidruchtige liefde, luchtten kinderen hun hart in Achterwerk in de Kast, en richtten Kees van Kooten en Wim de Bie de Tegenpartij op.

En dat is maar een kleine greep uit al het moois, mafs, origineels en bijzondere dat dankzij de VPRO te horen en te zien was. Nog steeds lees ik -hoewel heel bewust niet meer in het bezit van een televisie- bij vrienden met veel plezier de VPRO gids. En op een of andere manier kom ik er altijd iets in tegen dat me inspireert en me aan het denken zet.

Nog steeds zendt de VPRO aparte en boeiende programma's uit. Maar de tijd dat ze daarmee het gesprek van de dag waren is voorbij. Lid zijn van de VPRO heeft ook niet meer dat aura van een officieus bewijs van goed gedrag. Jammer maar helaas. De VPRO heeft overigens meer dan ooit leden nodig.

Want de publieke omroep, hoe dierbaar ook, is een instituut dat onder druk staat. Het is te hopen dat er een stevig draagvlak blijft, maar echt vertrouwen doe ik het niet.

De VPRO is een bejaarde, maar wel heel eigenzinnig, en hopelijk heel vitaal. Ik kan niet zonder.


Thursday, April 21, 2011

Parels

Opeens hoor ik op de radio 'Hey there Delilah', een hitje van de Plain White T's van een paar jaar geleden. Een liedje over een jongen die zijn liefje schrijft. Zij zit duizenden kilometers verderop om het in New York te maken als model en hij schrijft thuis liedjes en zal ooit eens wereldberoemd zijn. En dan, dan zullen ze samen de wereld een poepie laten ruiken.
Al luisterend naar dit naieve, maar ook bitterzoete liedje bekruipt je het gevoel dat ook de songwriter op zijn klompen aanvoelde dat het misschien wel eens anders zou kunnen lopen. Met minder triomf en zoveel meer verdriet. En juist die ondertoon maakt te verteren, en zelfs mooi en melancholiek.

En vervolgens James Blake, pas 21, en dan al komen met 'There's a limit to your love', een cover van de song van Feist. Je komt net kijken en je realiseert je al dat je maar beperkt iets te verwachten hebt van welke grote liefde dan ook... Het is leuk met jou, maar het houdt ergens op (en ik dek me in). Iets in die geest.
Feist schreef het, maar ik neem aan dat ze er toch wat meer kilometers op had zitten dan James.
Hoe dan ook, beide versies zijn prachtig, maar er is een groot verschil.
Op YouTube brengt PhaldoxThaGr8 treffend onder woorden: "Feist's version makes me want to live for my girlfriend. James Blake's version makes me want to die for her."

Wat wilde ik hier ook al weer mee zeggen? Geen idee. Dat we ons groot (zie Hey there Delilah) of juist klein (Limit to your love) kunnen maken. Dat we elke dag weer leven en dat dat een groot goed is. Een ongeluk in een klein hoekje zit, het allemaal voorbij is voordat je het weet enzovoort enzovoort. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me dat ik gisteravond, toen ik naar huis fietste van het huis van vriend G., bijna doodgereden werd door een ambulance. Ik voelde me als een klein konijntje gevangen in het licht van de koplampen, verkrampt, geen idee wat te doen. Gelukkig was de chauffeur doortastend: hij remde.

Ben ik die stevige beschermengel dankbaar? Ja, natuurlijk. Maar ik ben haar ook zo weer vergeten. Net zo goed als ik vergeet hoe dierbaar het gewone is. Die stupide, stomme gang van zaken, die routine, die sleur. Al die dingen die je pas mist als ze er opeens niet meer zijn.

Alle domme gesmeerde boterhammen, gestreken overhemden, ochtendhumeuren, pakjes sigaretten,  gebakken eitjes, nachtzoenen, afgewassen vaat, vers opgemaakte bedden, net geplante bloembollen, gekibbel, gedweilde vloeren, gesnoeide heggen, voorgelezen kinderen, gemaaid gras, gedekte tafels en op straat -toevallig tegengekomen- vrienden. En dat is dan ons leven: banaal en groots.

We poepen parels.

In memoriam Stan Martens, mijn oom, die vandaag overleed. Warm, geestig, dierbaar.

Thursday, April 14, 2011

De pest in

Lopend over het verkeerde -te commerciele, te drukke- gedeelte van de Oudegracht kom ik langs Heavens Playground. Dat is niet goed voor mijn humeur, maar tegelijkertijd een bron van inspiratie voor mijn toch al getergde gemoed. Wie verzint zoiets, wie heeft de pretentie om een paar vierkante meters veel te duur betaalde winkelruimte ('A locatie, mevrouwtje') zo'n naam te geven? Voor mij is een 'playground' toch min of meer synoniem voor het paradijs, maar ik ben natuurlijk een speelse en naieve idioot.
Ik teken protest aan. Heavens Playground, waarom niet 'Aards tranendal'? Als je toch zo heel belangrijke dingen moet slijten als  hoodies (wist ik ook niet, maar dat zijn dus dertien in een dozijn sweaters met een capuchonnetje) en kunstmatig door onderbetaalde Aziatische kinderen verscheurde jeans; en dat moet dan de speeltuin van de hemel zijn? Gimme a break. Hoe gestoord moet je zijn?

Net zo geschift als die lui die een veel te hoog gebouw achter mijn huis neerzetten met daarop fier 'Conclusion', geflankeerd door een iets bescheidener optrekje dat de naam 'Maandag' draagt. Say no more. De decadentie zit in dingen waar je -tenzij met de pest in- simpelweg langsloopt, omdat het blijkbaar gewoon is geworden. En dat is pas erg. Want leg mij maar eens uit welk bedrijf zichzelf de conclusion van wat dan ook beschouwt of bij welke onderneming er blijkbaar alleen op maandag wordt gewerkt?

Tuesday, April 12, 2011

Delen

Videokunst, lang vond ik er niks aan. De meeste video's in musea leken slecht gemaakte filmpjes die over totaal ondoorgrondelijke zaken gingen. Vaak kon je niet eens er op je gemak naar kijken, want een stoeltje of bankje was in geen velden of wegen te bekennen.

Maar het werk van Bas Jan Ader, Bill Viola, Saskia Olde Wolbers en Matt Stokes heeft me laten voelen dat wat je ziet niet altijd precies geduid kan worden en desondanks je toch bij de kladden kan grijpen en intrigeren.

Een paar jaar geleden zag ik Long After Tonight van de Britse kunstenaar Matt Stokes. Ik vond het prachtig. Onlangs zag ik het weer in De Hallen in Haarlem, waar Stokes nu een solotentoonstelling heeft onder de titel The Distant Sound. Te zien zijn de installatie MASS (2009), een nieuwe animatiefilm, Long After Tonight (2005) en Cantata Profana (2010).

Stokes maakt videokunst waarin performance, muziek en sociaal engagement bij elkaar komen. Volgens de informatie van De Hallen '..is een subjectieve aanpak, gericht op de verbroederende en bevrijdende aspecten van de gedeelde muziekervaring' typerend voor Stokes' werk.
Zal wel zijn, maar je leest er niet aan af dat zo'n manier van werken leidt tot fascinerende kunst.
In Cantata Profana laat Stokes 6 grindcore zangers tegelijkertijd een hedendaagse klassieke cantate zingen. Het resultaat is te ondergaan via een enorme zeskanaals video-installatie. Je weet niet wat je overkomt: vervaarlijke mannen die samen een oergeluid produceren. Indrukwekkend, angstaanjagend, overrompelend. Je hebt de neiging om oudere mensen en ouders met kleine kinderen erbij weg te houden, terwijl je je laat overdonderen door de death grunts van deze kerels.

Matt Stokes, Cantata Profana, 2010

Matt Stokes, Cantata Profana (2010)

Cantata Profana confronteert je met muziek in zijn meest ruige en rauwe vorm, Long After Tonight laat je juist zien hoe muziek en dans leiden tot een wervelend en extatisch geheel. Voor Long After Tonight organiseerde Stokes een Northern Soul avond in een kerk in Dundee, daarmee deed hij een stuk lokale muziekgeschiedenis herleven. De combinatie van beelden van dansende mensen, Northern Soul muziek en de locatie van de kerk versterkt elkaar zodanig dat je kunt spreken van een meeslepende ervaring.
Zo diep kan het dus zijn om muziek en dans met elkaar te delen.

Matt Stokes, The Distant Sound, tot en met 13 juni 2011; 
De Hallen, Grote Markt 16, Haarlem;
www.dehallenhaarlem.nl.


Sunday, April 10, 2011

Denken

                Kijk, het is veel erger dan je denkt; 
                     als je denkt, is het nog erger.

                                                     Bert Schierbeek


9/4/11 een jonge man schiet op een zaterdagmiddag 6 mensen dood in een winkelcentrum in de Alphen aan den Rijn. Vervolgens doodt hij zichzelf. Zijn motief is niet duidelijk.

Wednesday, April 6, 2011

Button

Alsof ik in een tijdmachine zit, back to the eighties. Heb een paar dagen geleden bij Savannah Bay een button gekocht.

          If I YouTube on Your FaceBook. Will You Twitter MySpace?

Grappig en ook nog een goed To Do lijstje: YouTube filmpjes maken, FaceBook profiel regelen, mogelijkheden van MySpace onderzoeken en abonnement bij provider opwaarderen zodat het een nieuwe Blackberry/Iphone oplevert en ik kan gaan Twitteren...

Over Savannah Bay ook nog wat. Onlangs las ik in of Vrij Nederland of de Haagse Post een artikel over de beste boekwinkels in Nederland. Sommige van de boekhandels kende ik, maar mijn lievelingsboekhandel stond er niet tussen. EEN GROVE NALATIGHEID.

Sinds een paar jaar koop ik zo goed als alle cadeaus (boeken) bij Savannah Bay, maar ik kan er ook terecht voor leuke kaarten, grappige koelkastmagneten en buttons. Dus: hou je van lezen, koop daar je boeken als je in Utrecht woont.

Bovendien, tenzij zwaar dyslectisch, een beschaafd mens leest...

Savannah Bay, Telingstraat 13, 3512 GV  UTRECHT, www.savannahbay.nl.

Tuesday, April 5, 2011

Grass

Typisch zo'n jongen die het allemaal mee lijkt te zitten. Jaloersmakend, of op zijn minst te benijden. Philip Huff debuteerde niet alleen met een prachtige roman, als student was hij ook nog eens de prive chauffeur van de schrijver Martin Bril (1959-2009). Dat moeten mooie ritjes zijn geweest.

Zo goed als Huff alles op een rijtje lijkt te hebben, zo vertwijfeld is de 18-jarige Ben, de hoofdpersoon van 'Dagen van gras'. Even de flaptekst: "Ben is na een periode van zwaar drugsgebruik in een psychose geraakte en opgenomen in een jeugdkliniek. Terugblikkend vertelt hij over zijn jeugd op het landgoed Weldra, over het moeizame huwelijk van zijn ouders (...). Maar vooral over Tom, de jongen die in alles net anders is dan Ben. Dagen van gras vertelt het verhaal van een intense jongensvriendschap, en hoe die vriendschap in rook op ging."

Huff schreef een meeslepend en ontroerend boek. Ben vertelt jou zijn verhaal en laat je zo ook meedelen in zijn liefde voor de muziek van ondermeer de Beatles. Maar het meest knappe is dat Huff heel subtiel je allerlei hints geeft hoe het werkelijk zou kunnen zijn gegaan met Ben. Tussen de regels door, met kleine verwijzingen, waardoor alles in een ander licht komt te staan. Heel bijzonder.

Saturday, April 2, 2011

Engel

Op een steenworp afstand van de Nederlandse grens in Zeeuws-Vlaanderen, niet ver van Antwerpen, is het dorp Doel. Het is er nog steeds, maar dat zal niet lang duren. Sinds decennia is er een strijd gaande tussen de haven van Antwerpen en de bewoners van Doel. De haven moet uitbreiden met een extra dok en dat is gepland op juist die plek. Sinds jaar en dag plegen de Doelenaren verzet daartegen. Maar gaandeweg loopt het dorp leeg. De afgelopen jaren kozen steeds meer inwoners eieren voor hun geld en verlieten ze het dorp. Toen ik een jaar of zeven geleden met vriend P. een kijkje ging nemen waren er zeker vier verhuizingen gaande. En dat zijn er de afgelopen jaren alleen maar meer geworden.

Bij elk bezoek is Doel leger en desolater. En ondanks dat of juist dankzij dat ongelofelijk fascinerend. Ik ben duidelijk niet de enige die dat vind. Massa's fotografie studenten vonden de weg naar Doel en met hen kunstenaars die er een soort Ruigoord van proberen te maken en asielzoekers die er een rustige plek hopen te vinden. Ondertussen is er ook nog een handvol Doelenaren dat er koste wat koste wil blijven.

Over een zo'n Doelenaar maakte de Tom Fassaert een langzame, serene documentaire film: 'De engel van Doel'. Fassaert heeft ervoor gekozen om een film te maken die niks van doen heeft met een vlammend protest. 76 minuten volgen we in traag en mooi zwart-wit de bejaarde Emilienne, een geboren Doelse, die er niet over piekert om haar dorp te verlaten. We zien haar dagelijks leven: gesprekken aan de keukentafel met haar nuchtere vriendinnen. Het garnalenpellen met hen. De bezoekjes aan de kerk, waar een stokoude pastoor preekt voor een handjevol gelovigen.

Af en toe zijn de dialogen tussen Emilienne en haar vriendinnen tragikomisch. Zoals die keer dat ze er onder elkaar min of meer schande van spreken dat de pastoor bij een begrafenis spreekt over hoe de overledene in de kist gaat, bedekt wordt met aarde en vervolgens opgegeten door de wormen.

Uiteindelijk verlaten haar vriendinnen een voor een het dorp. Een van hen, Colette, probeert haar nog mee te krijgen naar een happening van de nieuwe bewoners. 'Het is mooie muziek' en 'Dit zijn de mensen die je dorp willen beschermen'. Maar Emilienne wil er niks van weten.

Tom  Fassaert heeft goed gekeken naar  de bekende Vlaamse fotograaf Stefan Vanfleteren. Zijn film ademt diezelfde rustige, respectvolle sfeer. En hoewel het dorp Doel het hoofdpersonage lijkt, gaat het eigenlijk allemaal over een heel basaal ding: de eindigheid van het leven. Dat van Emilienne, maar ook dat van ons. Prachtig.

Friday, April 1, 2011

Mobiel

Gelezen, twee dagen geleden. Een schrijfster beschrijft hoe ze in de trein zit. Om haar heen wordt driftig gebeld met mobieltjes. Ongewild wordt ze deelgenoot van allerlei onheil dat mensen telefonisch aan elkaar meedelen.
Ze wil er iets tegen over stellen.

            "Ik wil doen alsof ik bel en zeggen: "Elke ochtend besef ik dat ik
            kerngezond ben en graag leef... Een zuivere wederzijdse liefde...
            Iedereen met tranen van het lachen... Ja, drie jonge hondjes...
            En zo'n mooi weer."

Na alle rampspoed in de krant zo'n uitsmijter op de achterpagina van schrijfster Annelies Verbeke. Mijn dag is weer goed.

Annelies Verbeke, 'Ongeluk bij helder lenteweer', NRC Handelsblad, woensdag 30 maart 2011