Wednesday, April 17, 2013

De brief

Dit schilderij van Vermeer was mede de inspiratiebron voor het onderstaande verhaal. Ik vind het zo'n mooi en teder tafereel. Er staat vast iets bijzonders in die brief.



Ma staat bij het raam en leest een brief. De zon schijnt door de vitrage naar binnen. Verder alleen het tikken van de klok. Af en toe veegt ze een lok uit haar gezicht. Ze vouwt de brief dicht, steekt ‘m in haar bloes, op haar hart, en kijkt me aan: 'Je pa'. Voor het eerst in lange tijd heb ik het gevoel dat de wereld weer klopt. 
De afgelopen drie jaar ging ik met mijn jongere en oudere zus af en toe met de trein van Amsterdam naar Gouda, naar pa. Het waren moeizame bezoeken. Ma zwaaide ons altijd uit. Als we weer terug waren luisterde ze minzaam naar onze verhalen. Hoe er steeds meer auto’s in het grote huis stonden, en klanten voor reparaties kwamen. Hoe pa onlangs een jongen in dienst had genomen. Goed nieuws leek haar toch altijd wat blijer te maken.

We hadden ons tijdens de oorlog zo verheugd op de bevrijding, dat we ons niet konden voorstellen hoe ontwrichtend de vrede zou kunnen zijn. Ik had pa vaak geholpen en zag hoe de garage nu leger en leger werd. Hoe pa ’s avonds de boeken uitvlooide en soms met zijn handen in zijn haar zat in de werkplaats. Die, net als hij, steeds stiller en donkerder werd.

Pa had het altijd het heerlijk  gevonden om ma te kietelen, te porren of om een arm om haar heen te leggen. Dat gebeurde allemaal niet meer. En hij vond het geweldig om haar voor de gek te houden. Natuurlijk kende ma al zijn geintjes, maar ze speelde het spel met volle overgave mee. Ik kon me al lang geen gelach meer herinneren. 
Op een dag ving ik iets op dat ik niet kende. Ik hoorde pa zijn stem verheffen:‘Ik ben hier de man, ik zorg voor het geld!’ ‘Maar het lukt niet’, ging mijn moeder er rustig tegenin. Ik deed een stap naar voren en kon zien hoe hij haar wegduwde. Vervolgens de trillende stem van mijn moeder: ‘Als je mij te na komt, ben ik weg.‘ Ik hoorde iets zwaars vallen. En zag mijn moeder weglopen.
In de verte leek iets breken. Mijn vader lag op de grond, zacht schokte zijn lijf. Ik durfde niet naar hem toe te gaan.

Drie dagen later verhuisde ma met ons naar Amsterdam. Ze ging werken als coupeuse, dat had ze ook voor haar huwelijk gedaan. Ik en mijn zussen deden of het zo goed was. Af en toe zeiden we tegen pa dat we hem misten. Soms vroeg hij hoe het met ma ging.
 
Ma kijkt me aan, ze pakt de brief uit haar bloes en werpt er een blik op. ‘Gaan we weer naar pa?’ Ze knikt en zegt: ‘Soms moeten mensen elkaar loslaten zodat de liefde weer haar weg kan vinden. ‘ 

No comments:

Post a Comment