Wednesday, March 30, 2011

Double bind

Argeloos keek ik naar buiten. Ik zat in de bus op weg naar het station. En toen zag ik een poster voor een raam: FC Utrecht - Ado Den Haag. Komende zondag gaan deze vaderlandse voetbalgiganten de degens kruisen. Dat belooft wat. Voor mij persoonlijk is dit een double bind van het zuiverste water.

Even een kleine uitleg: double bind is een begrip uit de ontwikkelingspsychologie, Het betekent dat je iemand (een kind) tegelijkertijd twee opdrachten geeft die niet met elkaar stroken. Klein voorbeeldje: wees spontaan. Je bent spontaan of niet, iemand dat opdragen is flauwekul. Daar kan geen enkele persoon aan voldoen.

Ik sta -als geboren Hagenees- en (zie 'older posts') ongelofelijk in het krijt bij Ado Den Haag, anderzijds is FC Utrecht letterlijk mijn naaste buur. Ik ben verscheurd tussen twee -niet met elkaar te verenigen- loyaliteiten,

Godzijdank heb ik een escape. De veertienjarige dochter van goede vrienden wil dat ik de bewuste zondagmiddag op haar 15e verjaardag kom. Uitgenodigd worden door een puber is een groot compliment en in mijn geval een perfecte uitvlucht.

Lieve Anne, laat FC Utrecht en Ado Den Haag het maar uitzoeken, ik ga naar jou toe. Laat ze lekker de wipwap krijgen met hun hardcore fans. Ik ben veel liever bij jou. Ik neem een mooi boek voor je mee, want ik weet dat je van lezen houdt en kritisch bent. Geweldig.

Weet je, als ik aan jou denk en aan voetbal, is de keuze gewoon duidelijk: ik kies voor jou en een boek. En daar kan wat mij betreft niks tegenop. Wat nou double bind.



Saturday, March 26, 2011

Niets is wat het lijkt

Ernstig kijkt de jongen langs je heen, op zijn neus een bril zonder glazen, op zijn naakte zwarte borst zijn de omtrekken van een pak geschilderd; revers, knopen. Dit Malinese kind droomt ervan om later als man strak in het pak te zitten.

Sofie Knijff maakte in Mali prachtige, serene en vooral ontroerende foto’s van kinderen, die hun toekomstdromen verbeelden. Momenteel is haar werk te zien bij de tentoonstelling ‘Reality Check’ bij Fotodok, instelling voor documentaire fotografie, in Utrecht. Samen met Knijff exposeren ook Claire Beckett, Raoul Kramer, Michael de Kooter en Alessandra Sanguinetti. Het resultaat is een kleine maar zeer gevarieerde expositie.
Magnum fotografe Sanguinetti liet twee innig bevriende Argentijnse nichtjes hun dromen en angsten naspelen en legde dit vast. Beckett fotografeerde een namaak Irakees dorp met nep Irakezen dat door het Amerikaanse leger wordt gebruikt om soldaten voor te bereiden op een missie naar Irak. Kramer maakte een film van foto’s die hij had genomen van de Palestijnse politieagent Ra’ed die probeert in wat oogt als een choreografie het chaotische verkeer te regelen in Ramallah. En De Kooter maakte combinaties van beelden die herinneringen oproepen aan filmscènes.
Voor al het toongestelde werk geldt dat niets is wat het lijkt, onder alles zit nog een laagje dat te maken heeft met verwachtingen en doen als of, rollen spelen.

Hoewel stuk voor stuk de moeite waard  en goed gemaakt, springt voor mij het werk van Knijff eruit. Om te huilen zo mooi.

Op een steenworp afstand van Fotodok zit het CBKU (Centrum Beeldende Kunst Utrecht). Daar is nu de expositie Stadsgezichten #1 te zien. Een viertal fotografen toont werk dat de veranderende identiteit van Utrecht als onderwerp heeft.

Raimond Wouda onderzocht de rol van de Domtoren in de skyline van Utrecht. Petra Stavast portretteerde twee asielzoekers uit de noodopvang. Hans Wilschut en Raymond Rutting richtten hun camera op het Stationsgebied. Bij Rutting resulteerde dat in beelden van de sloop van ondermeer de Catharijnebaan. Wilschut fotografeerde ’s avonds en ’s nachts van uit hoge posities in en rondom Hoog Catharijne.

Ook hier gaat weer op dat al het geëxposeerde werk interessant is en getuigt van groot vakmanschap. Maar wat Wilschut laat je zien is zo intrigerend en dromerig dat je blijft kijken.

‘Reality Check’ tot 3 april 2011 bij Fotodok, Van Asch van Wijckskade 28, Utrecht, te zien donderdag tot en met zondag 13.00-18.00 uur, www.fotodok.org.

‘Stadsgezichten #1’ tot 10 april 2011 bij  CBKU (Centrum Beeldende Kunst Utrecht), Plompetorengracht 4, Utrecht, te zien dinsdag tot en met vrijdag 9.00-17.00 uur, donderdag 9.00-22.00 uur, zaterdag en zondag 13.00-17.00 uur, www.cbk-utrecht.nl.

Friday, March 25, 2011

Een is te veel, duizend te weinig

Lekker het op een zuipen zetten is direct heerlijk, helder blijven juist de volgende ochtend.
Eigenlijk komt het neer op kortetermijn versus langetermijn.

Bij verslavingen staat alles in het teken de korte termijn, van het zo snel mogelijk bevredigen van een tomeloze behoefte. Of gaat het om een niet te beteugelen verlangen? Een niet te beheersen gulzigheid? Om de wens de heftigheid van het bestaan te dempen, te verdoven, te vergeten? Of het juist een glans van grootheid te geven? .

Waarschijnlijk al die dingen bij elkaar. Op Uitzendinggemist.nl zie ik het programma 24 uur met.. van Wilfried de Jong met acteur Jack Wouterse. Een grote man met gevoel. Wouterse vertelt over zijn decennialange verslaving aan cocaïne. En hoe hij afgelopen zomer zes weken verbleef op een Schots kasteel om af te kicken. Hij praat er verstandig over, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij heel goed een afkickende man acteert. Ongetwijfeld doet hij echt heel erg zijn best om korte metten te maken met zijn habit, hij is er in ieder geval erg druk mee. Een kleine greep: maandagochtend individuele therapie, maandagavond groepstherapie, woensdag naar de Anonieme Alcoholisten, donderdag naar de Overeaters Anonymous en zaterdag de Narcotics Anonymous. Praten, praten, praten.

Wouterse vertelt hoeveel moeite het hem kostte om daadwerkelijk toe te geven dat hij een probleem had: “Hallo ik ben Jack en ik ben verslaafd.” Maar over de daadwerkelijke achtergrond van zijn zucht, zijn ziekte, ‘het beest in hem’ komen we niks te weten. Dat het slecht voor zijn gezondheid was, is duidelijk. Maar het blijft in nevelen gehuld hoe diep zijn wanhoop moet zijn geweest voordat hij eindelijk –op aandringen van vrouw en vrienden- naar Schotland ging. Mijn gevoel zegt me dat er iets niet spoort. Hij zegt te ferm dat cocaïne niet leuk is, zal best, maar het moet zeker heel erg lekker zijn. Om zoiets smakelijks te kunnen laten staan, waar je je blijkbaar  zo lang zo toe aangetrokken voelt, moet je heel diep zijn gegaan. Het komt allemaal te makkelijk over zijn lippen. Ik hoop dat ik ongelijk krijg, maar het zou me niets verbazen als hij terugvalt.
Het klopt net niet. Wat hij hier doet is geen acteren, het is schmieren.

Wednesday, March 23, 2011

Voortand

Mijn gebit, een kostbaar work in progress, speelde vandaag op. Een collega maakte een geintje, ik moest te hard lachen. Gevolg: kunstvoortand begaf het. Om als een tandeloze Tokkie door het leven te gaan, trok me niet.
Tandarts gebeld, door verwezen naar een tandtechnieker die me niet wilde helpen en vervolgens terecht gekomen bij een echt aardige tandtechnieker, die me onder protest op het laatste moment nog in zijn razenddrukke schema inplande. Wat een schat! Ik legde hem uit dat ik morgen echt op mijn werk moet zijn, dat ik niet tandeloos door het leven kan etc. etc. Later gaf hij -enigszins machteloos- als verklaring: “Ik kan nou eenmaal niet tegen vrouwen in nood”.

Ruim anderhalf uur later, een uitgelezen Happinez verder, een bos tulpen armer; stond ik buiten met een mooie voortand. En ongelofelijk dankbaar, zo dankbaar.

Opeens kon ik accepteren dat het lente was. Omdat ik geheel onverwacht door een onbekende enorm was geholpen. Omdat ik al wachtend even kon rondlopen in een mij onbekend winkelcentrum in Overvecht. Omdat ik moest grijnzen om de hangouderen met hun blikjes bier in de zon. Omdat ik lekker kon lezen in een parkje waar een poedel dacht dat ik ook een soort hond was, maar wel eentje met mensentrekken. Omdat een klein meisje zomaar naar me zwaaide en omdat de aardige meneer bij Olijvenplaza me inwijdde in de geheimen van saffraan en omdat ik bijna een allerschattigst zwartwit caviaatje had gekocht. En dat alles dankzij mijn voortand.

Tuesday, March 22, 2011

What a carve up!

'Bijtende satire", het is zo'n recencenten uitdrukking. Eentje die je overigens zelden meer leest. Blijkbaar is dit niet de tijd om totally over the top iets te berde te brengen.

Misschien is deze hele tijd wel over the top, uit het lood geslagen, dolgedraaid. Japan: en een tsunami, en een aardbeving en een bijna-kernramp. Libie: een geschifte graaier met grootheidswaanzin in staat is om eerst het hele Libische volk uit te moorden voordat hij de hand aan zichzelf slaat. Als het niet zo gruwelijk was zou je het bijna principieel kunnen noemen.
Het is met geen pen te beschrijven, je krijgt het niet bij elkaar verzonnen, maar het gebeurt ondertussen wel onder onze ogen. Wat je noemt interessante tijden, met dank aan de Chinese vervloeking.

Terugkijkend lijkt het wel of het vroeger minder angstaanjagend was, minder erg. En een beetje blase: gewoon veel minder interessant. Met de kennis van nu valt heel wat verleden goed te relativeren. Zo van: die Koude Oorlog, wat stelde dat nou voor? Val van de Muur? Gaap. Eerste Golfoorlog? Waar heb je het over?

Literatuur kan vroeger op een verhelderende en aangrijpende manier dichtbij brengen. Door je onder te dompelen in de wereld van een boek, mee te gaan in het verhaal, kan je opeens het verleden in een ander licht zien. Kan je duidelijk worden hoe macht werkt en corrumpeert, wat sommigen allemaal over hebben voor geld en een wel heel stevige vinger in de pap. Op het moment lees ik 'Het Moordende Testament' ('What a carve up') van Jonathan Coe uit 1995. Een ontluisterend boek en -ja- een bijtende satire over het Engeland van Margaret Thatcher, dus de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig. Coe is geestig, boos en venijnig. Hij beschrijft via een raamvertelling hoe in een ogenschijnlijk democratisch land (Groot-Brittannie) een machtige familie haar tentakels heeft zowel in de media, als de gezondheidszorg, de politiek, de wapenhandel en de voedselindustrie en louter vanuit opportunisme handelt. En, dat is het ergste: daar mee zeer succesvol weg komt. Goedgeschreven en onderhoudend, met een groot maar.

Hoe grappig het ook is, blij word je er niet van.

Monday, March 21, 2011

Goddelijke ontevredenheid

Vanochtend werd ik wakker en kneep ik mezelf in de arm: HET IS LENTE. In een woord: geweldig. Ik had bijna de neiging om "Here comes the sun" te gaan zingen, maar een blik naar buiten was al genoeg.  Bovendien is George Harrison, die het ooit schreef, allang dood.

Het was een prachtige ochtend: een klein flardje mist voor de geheimzinnigheid, maar verder wat roze wolkjes en veel lichtblauw. Al was de weg naar het werk nog wat frisjes (handschoenen aan, dasje om), halverwege de dag werd het toch echt een aangename temperatuur met een opgewekt zonnetje.

Toen sloeg mijn bui om. Heel simpel: enig rechercheerwerk (eigenlijk: gewoon discreet vragen) heeft als informatie opgeleverd dat de persoon waarop ik een oogje heb, blij getrouwd is en ook nog voorzien van beeldige kleinkinderen. Ga er maar aanstaan. Ik -sadder and wiser- dus niet. Dat wordt de highway to hell. Mij niet gezien. Aan zoveel geluk kom ik niet te pas.

En hoe mooi de dag ook begonnen was, een melancholiek einde was onvermijdelijk. Ik moest denken aan de 'Wind in de Wilgen', zo'n klassiek Engels kinderboek, dus vol verklede dieren die doen alsof ze menselijke emoties hebben. Ik sta daar altijd sympathiek tegenover, maar kan ze (uitzondering 'Winnie the Pooh') nooit uitlezen.
Bladzijde 1 van 'The Wind through the Willows' heb ik wel gelezen: "Spring was moving in the air above and in the earth below and around (...) with its spirit of divine discontent and longing." Zo mooi, daar kan de rest van het boek vast en zeker niet tegen op.

En ik dacht aan al het verlangen, alle ontevredenheid, en dat het lente was, alweer.